Afgelopen zaterdag 17 december gingen Rocky, Daan en Niek even een uurtje op baars vissen in de stadshaven in Genemuiden. Na een aantal leuke baarzen op de dropshot kwam er ineens uit het bruine water een goudkleurig visje omhoog. Een nieuwe soort of een speling van de natuur? Een ding staat vast, zij waren in ieder geval heel erg blij met dit gouden moment op een bijzondere visdag met de familie.
Over kleuren bij vissen
Niemand kijkt tegenwoordig vreemd op bij het zien van een goudvis, goudwinde of bont gekleurde koikarper. Maar hoe komt een vis nu aan zijn kleur? En waardoor worden kleurafwijkingen als goudvariëteiten veroorzaakt?
Dat vissen veel kleurrijker zijn dan mensen hebben zij te danken aan het feit dat ze beschikken over vijf verschillende soorten kleurcellen. Mensen hebben er maar één. Vissen beschikken over drie soorten pigmentcellen voor de kleuren zwart, geel en rood. Daarnaast hebben ze speciale kleurcellen, die met behulp van kristallen de buik van de vis wit kleuren of een vis de kenmerkende “metallic” uitstraling geven. Dit “metallic” uit zich meestal als zilverachtig, maar kan ook blauwe tinten opleveren. De kleurcellen bevinden zich in de huidlagen op en onder de schubben. De schubben zelf zijn doorzichtig. Door de grootte, plaats en vorm van de kleurcellen wordt de uiteindelijke kleur van een vis bepaald. En die kleur is voor een vis van belang als camouflage of juist om op te vallen bij de paai.
Kleurafwijkingen
Naast de natuurlijke kleuren van vissen, kunnen kleurafwijkingen ontstaan door het ontbreken of juist overmatig voorkomen van bepaalde typen kleurcellen. Worden de zwarte kleurcellen bijvoorbeeld vervangen door gele en rode kleurcellen, dan ontstaat een goudvariëteit, zoals bij de baars die Rocky ving.
Gouden moment op een bijzondere visdag met de familie